Tweedelijns Samenwerkingsafspraken Antistolling

Uit Stolling en Antistolling
Ga naar: navigatie, zoeken

Aanmelding/opname

  • De apotheker van de instelling is ervoor verantwoordelijk om de voorschrijver(s) binnen de zorginstelling in het kader van een behandeling een actueel medicatieoverzicht ter beschikking te stellen.
  • De openbare apotheker is verantwoordelijk voor het verstrekken van een afleveroverzicht aan de apotheker van de instelling op diens verzoek.
  • De openbare apotheker is ervoor verantwoordelijk om aan de patiënt toestemming te vragen voor de overdracht van medicatiegegevens aan de instelling.
  • De voorschrijver is ervoor verantwoordelijk zich ervan te vergewissen dat hij het actuele medicatieoverzicht bij aanvang van de behandeling heeft.
  • De voorschrijver is er voor verantwoordelijk (of dient) kennis te nemen van het meest actuele doseerschema dat de trombosedienst aan de patiënt ter hand heeft gesteld.
  • De voorschrijver is ervoor verantwoordelijk om het medicatieoverzicht door te nemen met de patiënt om vast te stellen welke medicatie, zelfzorgmiddelen en indien nodig voor verantwoorde zorg, welke drugs en alcohol daadwerkelijk door de patiënt worden gebruikt.
  • De voorschrijver is verantwoordelijk voor het registreren van elke wijziging in medicatie in het medicatieoverzicht.


Interne overdracht in een zorginstelling

  • De apotheker van de instelling is ervoor verantwoordelijk dat het medicatieoverzicht altijd actueel is en beschikbaar voor elke voorschrijver binnen de instelling.
  • De apotheker van de instelling is ervoor verantwoordelijk om aan de patiënt toestemming te vragen voor de overdracht van medicatiegegevens binnen de instelling.
  • De ontslag verlenende voorschrijver is ervoor verantwoordelijk zich ervan te vergewissen dat hij het medicatieoverzicht voor de overdracht volledig heeft bijgewerkt. Aantekeningen van toedienregistraties in het dossier van de patiënt dienen als informatiebron.
  • De voorschrijver van de ontvangende afdeling is ervoor verantwoordelijk zich ervan te vergewissen dat hij een actueel medicatieoverzicht heeft.


Ontslag naar huis of naar de volgende instelling

  • De voorschrijver is verantwoordelijk voor het tijdig bijwerken van het medicatieoverzicht voor overdracht aan de ontvangende partijen.
  • De voorschrijver is verantwoordelijk voor het informeren van de patiënt in het ontslaggesprek over de (gewijzigde) medicatie.
  • De voorschrijver is ervoor verantwoordelijk de patiënt te vragen zoveel mogelijk mee te werken en het actuele medicatieoverzicht mee te geven met het dringende verzoek dit te bespreken met de volgende voorschrijver, de trombosedienst en de huisarts.
  • De voorschrijver is verantwoordelijk voor het afspreken wie bij de aangepaste farmacotherapie verantwoordelijk is voor de continuering van de behandeling: hijzelf of een andere voorschrijver, bijvoorbeeld de huisarts.
  • Bij orale antistollingsbehandeling informeert de voorschrijver de medisch leider van de trombosedienst wie verantwoordelijk is voor de continuering van deze specifieke behandeling.
  • De apotheker van de instelling is ervoor verantwoordelijk dat het actuele medicatieoverzicht bij ontslag terecht komt bij de openbare apotheker of de apotheker van de volgende instelling, bij de huisarts en, indien van toepassing, bij de trombosedienst, bij de thuiszorg of het verzorgingshuis indien de patiënt de regie over zijn medicatiegebruik heeft overgedragen aan de thuiszorg of het verzorgingshuis.


Ambulante behandeling/polikliniek

  • De apotheker van de instelling is ervoor verantwoordelijk dat voorschrijvers in de polikliniek tijdig kunnen beschikken over een actueel medicatieoverzicht.
  • De openbare apotheker is verantwoordelijk voor het tijdig verstrekken van minimaal een afleveroverzicht aan de voorschrijver van de instelling op diens verzoek.
  • De openbare apotheker is ervoor verantwoordelijk om de patiënt te vragen om toestemming te geven voor de overdracht van medicatiegegevens aan én binnen de instelling.
  • De voorschrijver is ervoor verantwoordelijk zich ervan te vergewissen dat hij het actuele medicatieoverzicht bij aanvang van het poliklinische consult heeft.
  • De voorschrijver is verantwoordelijk voor het doornemen van het medicatieoverzicht met de patiënt om de juistheid vast te stellen van het daadwerkelijke gebruik van de actuele, voorgeschreven medicatie en in gebruik zijnde zelfzorgmiddelen.
  • De voorschrijver is ervoor verantwoordelijk de patiënt aan het einde van het consult te informeren over de (gewijzigde) medicatie.
  • De voorschrijver is ervoor verantwoordelijk de patiënt te vragen zoveel mogelijk mee te werken en geeft het actuele medicatieoverzicht mee met het dringende verzoek dit te bespreken met de voorschrijver in de volgende zorginstelling, de trombosedienst of de huisarts.
  • De voorschrijver is ervoor verantwoordelijk af te spreken wie bij de aangepaste farmacotherapie verantwoordelijk is voor de continuering: hijzelf of een andere voorschrijver, bijvoorbeeld de huisarts.
  • De apotheker van de instelling is ervoor verantwoordelijk dat het medicatieoverzicht na consult wordt aangeleverd aan de volgende apotheker, aan de huisarts en, indien van toepassing aan de trombosedienst, bij de thuiszorg of het verzorgingshuis indien de patiënt de regie over zijn medicatiegebruik heeft overgedragen aan de thuiszorg of het verzorgingshuis.